Kermismaandag 1728 ging het tijdens de Leveroyse kermis goed mis.

Bron: de limburger
door Pieter Knippenberg met behulp van Johan Slabbers
Kermissen waren vroeger drukbezochte feesten waarbij vaak goed gegeten en gedronken werd. Dat laatste leidde nu en dan tot vecht- en zelfs steekpartijen. Kermismaandag 1728 ging het tijdens de Leveroyse kermis goed mis. Er viel zelfs in de persoon van Hendrik Verstraelen uit Heythuysen een dode te betreuren.
Dankzij uitgebreide aantekeningen van pastoor Linkens in het overlijdensregister van Heythuysen en door grondig onderzoek van amateurhistoricus Johan Slabbers uit Leveroy, weten wij hoe de 26-jarige Hendrik tragisch aan zijn einde kwam. Zinloos geweld zeggen we nu bijna driehonderd jaar later.
Dronken kerel
‘7 juli 1728 is Henricus Verstraelen begraven, een gehuwd man’, noteert Linkens in het register. Hij vervolgt: ‘In het huis van Matthias Hulskens viel een of andere dronken kerel hem zonder reden lastig. Hendrik wilde hem licht straffen maar werd door zijn zuster teruggehouden. Ook de geweldenaar werd door anderen tegengehouden. Toen deze echter door hen, onvoorzichtig, werd losgelaten, doorstak hij Henricus terwijl deze nog in de armen van zijn zuster lag. Henricus zakte terstond bewusteloos in elkaar en werd, nog nauwelijks in leven, van het sacrament der zalving voorzien. Hij is in de kerk begraven met het kruis.’
Kerk
In de kerk begraven worden was niet voor iedereen weggelegd. Hendrik Verstraelen kwam echter uit een elitaire familie met duidelijke privileges. Zijn vader Joannes was een man van aanzien en secretaris van de schepenbank in Heythuysen. Zijn zus Gertrudis was gehuwd met Joannes Hulskens, wiens vader een rijke boer en herbergier was. Hun herberg lag pal tegenover de Leveroyse kerk en staat vanaf begin 20ste eeuw in de verre omtrek bekend als café Wetemans.
Dispuut in de boomgaard
Daags na de moord, op kermisdinsdag 6 juli, namen de schout en de schepenen van Nederweert getuigenverklaringen op van Jan Rosvelts, Mathijs en Jan Hulskens en Stramproyenaar Jan Kleuckers. Het feitenrelaas is overeenkomstig de woorden van de pastoor. De getuigen verklaren dat de knecht van Guele Jan, alias Jacob Haeldermans uit Stramproy en Hendrik Verstraelen rond vijf uur in de namiddag een ‘dispuut’ in de boomgaard hadden. Hendrik zou de man uit Stramproy met een kan op zijn hoofd geslagen hebben met de woorden: ‘Du en bis niet capabel voor eenen braven kerl te staen, mordieu ick estmere dich even soo veel als eenen hondt’, waarop Jan Jacobs antwoordde met de woorden ‘dat seght mij eenen schelm’ en stak Hendrik, die door zijn zus van achteren vastgehouden werd, neer. Daarna maakte hij zich zonder zijn gelag te betalen uit de voeten. Voor de lijkschouwing waren op kermisdinsdag een drietal medici naar Leveroy geroepen om het dode lichaam van Hendrik Verstraelen te onderzoeken. Zij stelden vast dat de messteek door de derde rib en de perforatie van de dikke darm onvermijdelijk tot Hendriks dood hadden geleid.
Gezocht in drie landen
De dader Jan Jacobs kwam uit Stramproy, dat tot het land van Thorn behoorde. Daarom bogen de raad en meier van dat land en de schepenen van de hoofdjustitie aldaar zich over de opsporing en berechting van Jan Jacobs. In drie verschillende landen werd vanaf 27 augustus bekendgemaakt dat de voortvluchtige Jan Jacobs, een gewezen knecht van Jacob Haeldermans en zoon van wijlen Peter Jacobs en Elisabeth Souts zich op 7 september om tien uur in de ochtend diende te melden. Die drie landen waren het land van Thorn, het Graafschap Horn, waar het buurtschap Maxet onder Leveroy bij hoorde en de heerlijkheid Weert en Nederweert, gelegen onder Oostenrijk waar de moord gepleegd was. Wanneer Jan Jacobs niet op zou komen dagen, zou de termijn verlengd worden tot 14 en vervolgens tot 23 september.
De voortvluchtige meldde zich niet. Dus werd op 30 september besloten dat aan het Hof van Gelder te Roermond advies gevraagd zou worden inzake de strafmaat. Het Hof adviseerde en dienovereenkomstig werd gevonnist. Jan Jacobs werd verbannen uit het land van Thorn op straffe van de dood. Zijn bezittingen vervielen aan het land van Thorn. Het had slechter gekund…
Dit artikel kwam tot stand met medewerking van Johan Slabbers.